“Het lichaam is het grootste en laatste obstakel om eenheid te ervaren,” zei Sydney Banks, de ont-dekker van de 3 principes van de menselijke ervaring.
Laatst ervoer ik dat weer eens: er leek van alles gaande met mijn lichaam. Totdat ik het ‘ziek zijn’ herkende als een liefdevol tikje op mijn schouders om me erop te attenderen dat ik in een verhaal zat.
Ik zat in het vliegtuig, kreeg hoofdpijn en werd misselijk. Op een gegeven moment tijdens de twintig uur durende vlucht met een tussenstop van anderhalf uur, werd dit zo erg dat ik moest overgeven te midden van ruim vierhonderd slapende passagiers. Ik kon nog net op tijd het geplastificeerde papieren zakje uit de stoelleuning voor me pakken.
Toen ik zakje dichtvouwde had ik een mijmering. In essentie is er ‘energie in beweging’ en via de kracht van denken wordt daar iets van gemaakt. In dit geval: hoofdpijn en misselijkheid met overgeven als logische uitkomst van het geloof in de misselijkheid.
Ik zag de ‘fysieke klachten’ als een herinnering aan de eenheid die ik in wezen ben en even niet ervoer.
Eerder (of nog steeds wel eens?) keek ik bij fysieke klachten precies de andere kant op. Dan nam ik de ervaring van fysiek onbehagen zwaar op: als een signaal dat er iets mis was. Dan was er veel nadenken over de OORZAAK. Heb ik te veel, te weinig of verkeerd gegeten of gedronken? Heb ik iets onder de leden wat er nu uitkomt? Et cetera. Vervolgens ging ik OPLOSSINGEN bedenken. Moet ik wat water? Kan ik voortaan beter niet meer zo lang vliegen? Heb ik een nieuw zakje nodig voor als ik weer ga overgeven? Et cetera.
Het leek zinnig om er op die manier mee om te gaan. Maar wat als ‘ik’ het gewoon niet weet? En als het niet op die manier werkt?
Als ieder moment nieuw is en voor een volstrekt nieuwe fysieke ervaring zorgt, dan heb ik mogelijk niet zoveel aan mijn verzinsels.
Stel ik me dan aan als ik fysieke klachten heb? Is dat dan mijn eigen (denk)schuld? Verbeeld ik mijn eigen ziekten?
Nee, absoluut niet. En dat is ook niet de boodschap. De ervaringen van fysiek onbehagen zijn levensecht. Je kunt nooit ‘boven’ de menselijke ervaring staan: er wordt ervaren, in alle mogelijke vormen.
De vraag is: hoe werkt het? Zou het kunnen dat ook fysiek onbehagen DENKEN is?